August 9, 2025
2 min read
Cookies, IP-adressen en vergelijkbare online identificatiemiddelen worden expliciet behandeld in Overweging 30 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR), waarin staat: “Natuurlijke personen kunnen worden geassocieerd met online identificatiemiddelen [...] zoals internetprotocoladressen, cookie-identificatiemiddelen of andere identificatiemiddelen zoals radiofrequentie-identificatietags.” Deze classificatie benadrukt dat cookies, wanneer ze worden gebruikt om personen te identificeren — hetzij direct of indirect — persoonsgegevens vormen (GDPR Overweging 30).
De belangrijkste bevindingen uit juridische en regelgevende analyses zijn onder andere:
Empirische studies wijzen op aanzienlijke nalevingsproblemen onder websites, waarvan vele er niet in slagen mechanismen te implementeren voor granulaire toestemming, of terugvallen op niet-conforme opt-outmodellen (Degeling et al., 2019). Regelgevende maatregelen hebben de noodzaak van expliciete opt-inmechanismen versterkt, met name voor tracking- en advertentiecookies.
Kortom, onder de GDPR, zijn cookies die een individu kunnen identificeren persoonsgegevens; daarom wordt het gebruik ervan streng gereguleerd door eisen voor geïnformeerde, expliciete toestemming en transparantie. Niet-naleving kan leiden tot aanzienlijke boetes, zoals blijkt uit recente handhavingsacties in de EU.