August 9, 2025
3 min read
De California Consumer Privacy Act (CCPA) stelt een brede definitie vast van “verkoop” in de context van persoonlijke informatie van consumenten. Volgens de wet is een verkoop elke handeling van “verkopen, verhuren, vrijgeven, openbaar maken, verspreiden, beschikbaar stellen, overdragen of anderszins communiceren” van de persoonlijke informatie van een consument aan een ander bedrijf of een derde partij “voor monetaire of andere waardevolle tegenprestatie” (Cal. Civ. Code § 1798.140(t)(1)). De wettekst gaat aanzienlijk verder dan de traditionele noties van verkoop en omvat elke overdracht of het delen in ruil voor waarde, inclusief niet-monetaire voordelen.
Analyse van de wettekst onthult verschillende kernpunten:
Het ontbreken van een expliciete definitie voor “tegenprestatie” binnen de CCPA laat de interpretatie ervan afhangen van algemene beginselen van het contractenrecht en de California Civil Code. Deze dubbelzinnigheid heeft geleid tot uiteenlopende implementaties en risicobeoordelingen onder bedrijven, met name met betrekking tot digitale advertenties en aanbieders van analysediensten.
Empirisch onderzoek van de nalevingspraktijken toont het volgende aan:
Reacties van belanghebbenden omvatten:
Over het algemeen strekt de definitie van verkoop van de CCPA zich uit tot tal van gangbare gegevenspraktijken waarbij toegang door derden betrokken is, ongeacht of er directe betalingen worden gedaan. De wettelijke nadruk op consumentenkeuze via vereiste opt-out-mechanismen heeft de bedrijfsvoering en de nalevingsstrategieën voor privacy wezenlijk beïnvloed. Naarmate gerechtelijke en regelgevende interpretaties evolueren, blijft de reikwijdte van wat een verkoop vormt onder de CCPA een gebied van actieve juridische ontwikkeling.